Komijn is een specerij waarvan de zaden in de keuken worden gebruikt. Je kunt het herkennen aan de scherpe, bittere smaak met een vleugje pepermunt. Als het zaad verwarmd wordt, geeft het meer smaak af en is het zaad sterker van smaak.
Komijnzaad wordt ook wel Djintan genoemd, dit is de Aziatische vertaling van de specerij.
Het gebied waar het groeit is erg bepalend voor de smaak, geur en kleur van komijnzaad. Onze picolier vertelt je alles over komijnzaad.
Komijn is een specerij waarvan de zaden in de keuken worden gebruikt. De zaden zijn afkomstig van een eenjarige plant die ongeveer 30 cm hoog kan worden. ’s Zomers heeft de plant bloemschermen van witte of roze bloempjes. De bladeren van de plant zijn geurig en hebben harde haartjes. De zaden zijn bootvormig met ribbeltjes over de lengte en hebben verschillende kleuren, van groenig-kaki tot lichtbruin. Ze zijn ongeveer 6-8 mm lang en smal. De eenjarige plant groeit voornamelijk in het Midden-Oosten en aan de Middellandse Zee. Verstegen haalt haar kruiden bij de oorsprong, daarom komt het komijnzaad van Verstegen uit Turkije.
Komijnzaad wordt vaak verward met karwijzaad, omdat zij veel overeenkomsten hebben wat betreft smaak en vorm. Karwijzaad is alleen pittiger en anders van vorm. Komijnzaad kun je herkennen aan de scherpe, bittere smaak met een vleugje pepermunt. De geur van komijnzaad is aromatisch, pikant zoetig. Deze specerij mag niet muf ruiken of smaken.
Komijnzaad kun je het beste in gedroogde of geroosterde vorm gebruiken. Als het zaad verwarmd wordt, geeft het meer smaak af en is het zaad sterker van smaak. In Azië wordt komijnzaad vaak geroosterd of gefrituurd en verwerkt in allerlei soorten curry’s. Deze specerij wordt hier ‘djinten’ of ‘djintan’ genoemd. In Noord-Europese landen wordt komijnzaad ook wel ‘kummel’ genoemd. Hier wordt het veel gebruikt op en in brood. In Nederland kennen we ook komijnekaas.
